Thuiswerken wordt niet wettelijk vastgelegd

Werknemers krijgen geen wettelijk recht op thuiswerken, aangezien een meerderheid in de Eerste Kamer de Wet "werken waar je wilt" heeft verworpen. In de praktijk zal er weinig veranderen, aangezien veel bedrijven reeds afspraken met hun werknemers hebben gemaakt.

De bedoeling van de nieuwe wet was om werknemers meer rechten te geven met betrekking tot thuiswerken. Een bedrijf met meer dan tien werknemers zou dan niet zomaar een verzoek tot thuiswerken kunnen weigeren. Hetzelfde gold als een werknemer juist wel op kantoor wilde werken.

Een werkgever kon een verzoek om thuis of op kantoor te werken alleen afwijzen als er sprake was van belangrijke bedrijfs- of dienstbelangen. Ook zou een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats op dezelfde manier behandeld moeten worden als een verzoek tot aanpassing van werktijd of arbeidsduur.

De meeste fracties in de Eerste Kamer gaven eerder deze maand aan het voorstel van Tweede Kamerleden Steven van Weyenberg (D66) en Senna Maatoug (GroenLinks) sympathiek te vinden. Echter, ze hadden twijfels over het nut en de noodzaak ervan.

Sommigen vroegen zich af of de wet niet te veel administratieve lasten voor werkgevers met zich mee zou brengen. Ook waren er zorgen over werknemers in grensregio's voor wie de eerder tijdens de coronapandemie getroffen regelingen niet meer van kracht zouden zijn.

Hybride werken 

Op dit moment zijn er aanzienlijke verschillen wat betreft thuiswerken. Bij het ene bedrijf is het geen probleem om alles vanuit huis te doen, terwijl bij andere ondernemingen mensen verplicht naar kantoor moeten komen.

Veel bedrijven hanteren daarnaast een hybride vorm. Dit betekent bijvoorbeeld dat een werknemer verplicht is om drie dagen op kantoor te werken en twee dagen thuis.

Bovendien kan ongeveer de helft van de beroepsbevolking, zo'n vijf miljoen mensen, niet vanuit huis werken. Dit betreft onder andere mensen in de bouw en in de zorg. Ook in het onderwijs was thuiswerken slechts tijdelijk en incidenteel.

Volgens de werkgeversvereniging AWVN maken werkgevers en werknemers momenteel al goede afspraken. Maandag, dinsdag en donderdag blijven nog steeds de populairste dagen om naar kantoor te gaan, terwijl woensdag en vrijdag traditioneel gezien veel deeltijders vrij zijn.