Jonge vrouwen werken al vaker in deeltijd dan jonge mannen
Al jarenlang doen vrouwen het beter in het onderwijs dan mannen. Op de arbeidsmarkt wordt deze voorsprong echter niet verzilverd in een betere positie. Tegenwoordig werken er meer vrouwen dan vroeger, maar nog steeds hebben minder vrouwen dan mannen een baan. Ook werken vrouwen veel vaker in een deeltijdbaan dan mannen en verdienen zij een lager inkomen mannen.
Het vermoeden bestaat dat deze man-vrouwverschillen al vroeg in de loopbaan ontstaan. In het onderzoek Eerste treden op de arbeidsmarkt, gaat daarom de focus uit naar jonge vrouwen en mannen in de leeftijd van 18 tot en met 35 jaar. Doel is te achterhalen of de overgang van school naar werk en het begin van de arbeidsloopbaan anders verloopt voor jonge vrouwen dan voor jonge mannen. Ook gaan ze na of de arbeidsmarktpositie van jonge vrouwen en mannen in Nederland verschilt van die van hun leeftijdsgenoten in andere Europese landen.
Dit rapport geeft de eerste uitkomsten weer van een langer lopend onderzoek naar de positie van jonge werkende vrouwen en mannen.
- Jonge vrouwen werken al vaker in deeltijd dan jonge mannen
- Jonge vrouwen zijn minder vaak economisch zelfstandig dan jonge mannen
- Direct na afstuderen zijn jonge vrouwen minder positief over hun werk dan jonge mannen; ook zijn ze minder positief over hun carrièreperspectieven.
- Nederland kent de grootste verschillen in aantal gewerkte uren tussen jonge vrouwen en mannen ten opzichte van andere EU-landen.
- Jonge vrouwen en mannen na opleiding even vaak een baan
- Nederland koploper in Europa: grootste verschillen in aantal gewerkte uren tussen jonge vrouwen en mannen
- Jonge vrouwen tot 30 jaar verdienen per uur meer dan mannen of evenveel
- Vrouwelijke schoolverlaters minder tevreden over hun werk en carrièrekansen
Klik hier voor het rapport
Bron: Sociaal Cultureel Planbureau,